Der König der Donau
Maandagochtend om kwart voor zeven stond de koersauto van CSG bij mij voor de deur. De reden? We zouden afreizen naar Nieder-Österreich, an der Donau, voor de eerste cyclosportive van het seizoen: de Sankt Pölten Radmarathon geheten! Een wat? Een cyclosportive: een toertocht met een wedstrijd- en tijdselement.
Ik had er zin in de anderen voor zover ik kon nagaan ook: Jerry Meurs, Onno Molenkamp, Stefan Lechner en Willem Jan Kuik. We waren graag met een wat grotere groep gegaan overigens. Voor zover die angst bestaat: het zijn echt niet allemaal klimgeiten of echte wedstrijdrenners die meedoen. Een groot deel doet mee puur voor de uitdaging. En heeft als doel om de tocht uit te fietsen en daar is helemaal niets mis mee. Onderweg na een paar stops en een paar keer de Donau overgestoken te zijn (over de Donau later meer) en na een verplichte pauze van twee uur op een Duitse snelweg vanwege een gekantelde vrachtwagen kwamen we wat later aan dan gepland nabij Sankt Pölten. Maar goed wie maalde daar om? We keken er allemaal naar uit. Het huisje bleek erg afgelegen te liggen, maar wel perfect te zijn voor een groepje fanatieke fietsers. We konden zelf koken en omdat we met zijn vijven waren hadden we eigen kamers. Het weer zat gelukkig mee, hoewel het in andere delen van Oostenrijk erg onbestendig was. De volgende ochtend een klein beetje uitgeslapen en rond half elf vertrokken we voor een eerste verkenning van het parcours. De autorit bleek nog niet helemaal uit mijn benen te zijn want het gevoel was niet bepaald goed. Ik weet echter dat dit altijd zo is.
Het parcours bleek een soort klaverbladje te zijn. Met de “bovenste klaver” als langste rondje van zo’n 80 kilometer. Dit rondje deden we vandaag en bleek het zwaarste gedeelte van de 165 kilometer te zijn. Het was een rondje met drie beklimmingen en een soort Panoramastraat die op en af ging en eindigde met een korte klim. Om daarna na een stevige afdaling met een stuk vlak te eindigen waar zondag ongetwijfeld heel hard gereden zou worden. Ik zag dat Onno en Jerry in orde waren, dat zag er bij beiden erg makkelijk uit. Willem Jan deed zijn best om bij die twee in de buurt te blijven. Na een training van zo’n 3,5 uur was ik wijzer wat het parcours betreft, maar ik wilde toch graag de rest van de 163 kilometer met 3.000 hoogtemeters zien, want als dit het parcours was, hoe kon de winnaar van vorig jaar dan ruim 35 km/h gemiddeld rijden? ‘s Avonds lekker gegeten, uiteraard pasta, wat anders?. Willem Jan kwam met idee om naar Wenen te fietsen. Tja ik train bijna een heel jaar voor dit soort wedstrijden dus leek mij dit niet echt verstandig. Maar ja, hoe vaak zou ik nog de kans krijgen om langs de Donau naar Wenen te fietsen? Vermoedelijk niet vaak of wellicht nooit. Ik liet het voorlopig maar even in week liggen ik mee zou gaan.
De twee dagen erna hebben we de andere twee lusjes van het klavertje verkend. Dat bleek echt heel nuttig en inderdaad bleken deze “lusjes” een stuk minder zwaar. Niet dat ik dacht zondag ook 35 km/h gemiddeld te rijden, maar ik zag wel kansen om hard te fietsen. Het was vooral van belang om vooraan aan de eerste klim te beginnen en om me niet gek te laten maken als “ze” als gekken gingen koersen vanaf klim één. Op het laatste gedeelte moest je veel winst kunnen boeken; vooral op de Panaromastraat en de stukken vals plat naar beneden daarna. Onderweg nog voor radiocommentator gespeeld toen Stefan probeerde om mij en Willem Jan eraf te rijden. Mooi toch, een koersje binnen een verkenning van het parcours. Willem Jan bleek over het beste eindschot te beschikken bovenop de klim. Dit bleek best hilarisch en beiden werden naar een hoger niveau getild.
De vierde dag hebben Onno, Jerry en Willem Jan nog geprobeerd om een King of the Mountain te scoren op het klimmetje waar ons huisje in de buurt stond. Onne bleek het meest fris en die behaalde inderdaad de KOM. Deze stond overigens op naam van ene J. Hollander. Helaas kwam Willem Jan bij het draaien op het grindpad ten val. Een val die weliswaar niet tot breuken leidde, maar wel zijn aspiraties van de zondag in de weg zou zitten. Nadat we weer lekker hadden gegeten spraken Willem Jan en Stefan af om de volgende dag naar Wenen te fietsen langs de Donau. Daar zouden ze kort wat aan sightseeing doen en daarna met de trein terug. Echt een superleuk idee, maar mijn ambitie in dit soort wedstrijden won het toch, ik ging niet mee. Met toch wat van spijt. Maar ja het leven bestaat uit …
De volgende dag, toen Stefan en Willem Jan vertrokken waren, heb ik samen met Onno nog een toer gemaakt van zo’n tachtig kilometer met een behoorlijk stevige klim, die ons naar een van de hoogste punten in de omgeving voerde. Ik zelf begon me beter te voelen en na de klim trok ik nog even stevig door een op stuk vals plat naar beneden. Als ik dat zondag ook nog zou kunnen rijden na de laatste klim! Willem Jan en Stefan hadden een fantastische dag gehad. Fietsen langs de Donau bleek vrij gemakkelijk, omdat het vlak is zolang je het keurig aangelegde fietspad volgt en het licht naar beneden loopt. Je volgt de Donau immers stroomafwaarts. De sprint bij het plaatsnaambordje werd gewonnen door Willem Jan. We hadden bij de club al de koning van de Afsluitdijk en nu hebben we ook de König der Donau. Willem Jan bleek wat vermoeid te zijn geraakt en zijn wond aan zijn knie zat hem ook behoorlijk in de weg. Willem Jan bood vervolgens aan om de rol van verzorger op zich te nemen. Het zou warm worden zondag, met weliswaar kans op een bui, maar met twee bidons gingen we het niet redden. En als je echt mee wilt doen, dan heb je eigenlijk verzorging nodig. Zo was ik al een keer de groep achter de koplopers in de Velomedian Criquielion kwijtgeraakt. Het was balen voor Willem Jan, maar de wedstrijd fietsen zou voor hem waarschijnlijk heel erg zwaar worden en dit bleek een mooi alternatief.
Gelukkig hoefden we niet supervroeg op; de start was om tien over negen, tien minuten nadat de elite-wedstrijd op gang was geschoten. De winner bij de elites, Ricardo Zoidl, zou bijna 40 km/h halen! Stefan had besloten om voor de verkorte versie te gaan; hij bleek veel gegeven te hebben de eerdere dagen. Uit de uitslag van het jaar daarvoor bleek dat het niveau in deze cyclo hoog lag. Dit kwam vooral doordat het een lokale cyclo was en er bij beide afstanden zo’n driehonderd man aan de start stonden, vooral locals. Dit is een leerpuntje voor de cyclocommissie van CSG voor het kiezen van de cyclo’s voor volgend jaar; we zullen moeten zoeken naar een cyclo waarbij ook de iets mindere klimmers mee kunnen komen; winnen zit er dan niet in, maar als laatste eindig je ook zeker niet.
s’ Ochtends om zes uur opgestaan om een stevig ontbijt naar binnen te werken. En daarna op naar de startplaats in Sankt Pölten. De kruisingen op het parcours bleken gelukkig afgezet en de tegemoetkomende auto’s werden vakkundig aan de kant gedirigeerd door de politiemotoren die meereden. Ik stond zo’n vijf rijen achter Onno en Jerry in het vak. Voor mij wederom een les voor de volgende keer: geloof het nooit als er gezegd wordt dat de eerste 7 km geneutraliseerd zal zijn. Daarvan was geen sprake en ik moest al behoorlijk hard fietsen om überhaupt in het peloton te geraken. Toen dat lukte was het meerijden tot een de voet van de eerst klim, ik was blij dat we tegenwind hadden. Dat zou terug meewind betekenen en nu lag de snelheid niet super hoog. Uiteraard waren er renners die probeerden om het peloton voor te blijven, maar dat is zinloos verspilde energie.
Aan de voet van de eerste klim was het peloton nagenoeg compleet. En zoals ik al had verwacht ging het meteen volle bak omhoog. Jerry ging op het oog gemakkelijk mee en ik moest, diesel als ik ben, nog een beetje op gang komen. De eerste klim werd gevolgd door een korte afdaling om daarna een wat langere en iets steilere klim aan te vatten. Op het eerst klimmetje kon ik net met de eerste groep mee. Jerry kwam knap terug in de korte afdaling. Na de afdaling linksaf en direct boem best stevig omhoog. En daar gingen “ze”, geen denken aan dat ik daar achteraan zou gaan. Ik koos direct voor mijn eigen tempo wetende dat ik waarschijnlijk beter zou worden naarmate de kilometers zouden volgen en hopende dat een aantal renners zich hier zouden vergalopperen. Jerry en ik kwamen een paar honderd meter na de kopgroep van zo’n veertig man over de tweede top. Na de afdaling volgde een vrij lang stuk vals plat omhoog. Verbazingwekkend goed werd er gedraaid. Iedereen deed zijn kopbeurt en we kwamen zienderogen dichter bij de kopgroep in de buurt. Na 55 kilometer stond Willem Jan klaar met bidons. Die bleek ze prima te kunnen aangeven, maar omdat Jerry er ook nog was, moest die voet aan de grond zetten. Onno bleek het ook erg goed te doen, wist ik later, en volgde op een paar minuutjes. Ik keek achterom en Jerry bleef wat hangen en niet dichterbij te komen. Dat was voor mij het sein om een versnelling door te voeren. Ik wilde eerst Jerry de kans geven om terug te komen, maar dat bleek dus net niet te gaan. Bovenop was ik een groepje opgeschoven en opnieuw werd na de afdaling stevig doorgereden. We kwamen in de buurt van het hoogste punt Annaberg. In de voorbereiding had het daar flink geregend en de tweede dag zagen we vanuit de verte opnieuw donkere wolken. Het was ook nu weer donker. Deze plaats kon beter Regenberg gaan heten volgens mij. Een tropische regenbui volgde. Om het niet koud te krijgen ging ik maar versnellen, nagenoeg volle bak omhoog. Tevens hopende dat ik daarmee genoeg voorsprong zou nemen om in de afdaling mijn groepje te kunnen bijhouden. Ook nu schoof ik een groep op en ik kwam met twee anderen in de afdaling terecht. Daar bleek het nagenoeg droog. Gelukkig maar, want dalen in de regen is niet bepaald grappig. Mijn kompanen bleken gelukkig ook hun deel van het kopwerk te doen en op de panoramaweg nam ik afstand van ze om op zoek te gaan naar de volgende groep. Vlak voor de laatste top stond Willem Jan klaar met twee verse bidons, daarmee kon ik zonder problemen tot de finish mee doen.
Op de top kon ik net aansluiting vinden bij een groepje van zo’n tien man. Dat bood perspectief voor de afdaling en vlakkere stuk naar de laatste klim! Ook nu bleek er echt hard gereden te worden. Dat ging goed. Ik voelde me nog vrij redelijk, hoewel ik wel merkte dat we hard aan het fietsen waren. De laatste klim kwam in het zicht. Drie renners sprongen weg en op hangen en wurgen kon ik mee. Mooi zo, weer een aantal concurrenten kwijtgespeeld. We pikten nog twee renners op, waarvan eentje direct moest lossen, die bleek te veel gegeven te hebben. Met zijn vijven reden we naar de finish. Ik had het idee dat ik best kort kon eindigen, maar op welke plek ik nu exact lag wist ik niet. Er zou gesprint gaan worden, niet bepaald mijn ding. Ik werd vierde van de vijf in de sprint en elfde overall. Ik was zeker tevreden. Het begin was wat moeizaam, maar ik was vooral tevreden over het feit ik ook aardig mee kon doen in een hardrijderscyclo en dat ik gedurende de cyclo kon versnellen en daar ook nog van kon herstellen. Dit bied perspectief voor het rest van het seizoen. Jerry bleek erg goed ingedeeld te hebben en finishte precies binnen de vijf uur (26e) en Onno bleek ook erg goed gereden te hebben (rond plek 60). Jerry had een gemiddelde van liefst 33 km/h. Stefan bleek in de verkorte versie lekker mee te kunnen en had na een kleine 100 kilometer een gemiddelde van ruim 31 km/h behaald en hij won, linkebal als-ie is, de sprint van zijn groepje.
Kortom een superleuke week gehad. Het weer zat mee en alles was tiptop georganiseerd en hier doe ik het voor! s’ Avonds ging het eten er grif in en maakten we ons klaar voor een vroeg vertrek terug naar Nederland. Onderweg uiteraard meerdere keren de Donau overgestoken en deze keer geen opstoppingen op de weg. Aan het eind van de middag was ik thuis en kon ik gaan toeleven aan de tweede cyclo van het jaar. Ik kreeg er zin in!
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen