Blog

Dagboek van een soigneur in spé

Dagboek van een soigneur in spé
een weekend in het teken van de Vélomédiane 2018
door Albertha Bloemhoff

Wat voorafging
Ik: ‘Op naar de Crique du Lyon!’ Robert: ‘Nee, niet Lyon, La Roche.’ Ik: ‘Frankrijk dus.’ Hij: ‘De Belgische Ardennen: La Roche-en-Ardenne.’ Ik: ‘O, leuk! Belgisch bier. Altijd goed.’ Hij: ‘Ik weet niet of we daaraan toekomen. We fietsen vooral. Dus neem je boek maar mee. Voor jou is het veel wachten. En bidons aangeven.’

Top. Thuis liggen stapels ongelezen boeken op me te wachten. Dit wordt dus het weekend waarin ik ze eindelijk uitlees. Nope. Na een weekend met deze wielerfanaten staat de teller op 32 pagina’s. Wat blijkt? Wielrenners zijn gezellige mensen met goede verhalen. Vooral over fietsen.

Vrijdag
Na een toeristische route door België komt de groep bij elkaar in Marcourt. In een mum van tijd zijn alle zestien renners verdwenen in de krochten van dit kneuterige maar knoertgezellige huisje. Dirk-Jan en Eric praten me bij over de Groningse haute cuisine: negen restaurants die ik móet proberen ben ik rijker. Bij de badkamerdeur sta ik eindeloos te kletsen met Nienke. Tot ieders verwarring: ‘Moeten jullie nou wél of níet plassen?’

Na een voedzaam bordje pasta brengen de renners me de kneepjes bij van het soigneursvak. Soign… watte? O, verzorgen. Ja, dat doe ik. Bidons aangeven en zo. Rob doet het even voor. Ook moet ik met de koersbak door de Ardennen crossen. Fietsen erbovenop, hellingproefjes doen, fileparkeren, dat kan ik.. eh.. wel. Goed. Doen we gewoon.

Ieder half uur worden de weersverwachtingen gecheckt. De berichtgeving verschilt. Uiteindelijk wordt besloten op het Noorse weerstation te vertrouwen. Die Noren zitten er nooit naast.

Zaterdagochtend
Het is gezellig aan de ontbijttafel. Er wordt druk gesproken over de wielerkleding. Als een stel tienermeisjes vergelijken ze outfits: ‘Ga jij in je oude clubshirt of je nieuwe?’ ‘Met of zonder armstukken?’ ‘Passen deze sokken er wel bij?’ ‘Doe je nog een regenjack aan?’ Daniëlle maakt zich nergens druk om: die heeft haar gabba.

Na een blik op de klok vult de keuken zich met spanning. De heren stuiven van tafel om hun spullen te verzamelen. Verstoord kijken de dames op van hun kommetje kwark: ‘Zo, wat een stress ineens!’ Eric voert de druk verder op: ‘Nog vijf minuten!’ Bij Jorrit ontstaat lichte paniek: ‘Ik ben mijn fietsschoentjes kwijt!’ We vinden ze terug onder zijn bed. Net op tijd.

‘Nog één minuut!’ Mijn koersbak vult zich met wielen, gereedschap, tasjes en bidons. Uit alle hoeken krijg ik de laatste instructies mee. Niet vergeten: 1. Jerry; 2. Onno; 3. Ruud; 4. Robert. De rest stapt af voor z’n tasje.

Een uiterst kalme Stefan begeleidt me naar de start. Een ‘Dan hoef ik niet te fietsen’ laat hij zich ontvallen. Zodra de koersbak op z’n plek staat, kickt de adrenaline in en sprint Stefan weg.

Ineens blijkt de start verplaatst. Overal zie ik spandoeken, met: ‘Startnr. 1 tot 400 ◄’ en ‘Startnr. 401 e.v. ►’  Oeps. Geen idee wat onze startnummers zijn. Meteen wordt mijn vertrouwen in de sporters op de proef gesteld. Behoren ze tot de top en moet ik linksaf slaan? Of tot de categorie ‘overigen’ en ga ik rechts? Ik kies voor links en vind ze al snel. De kledingstukken vliegen me om de oren. Nog even op de foto en weg zijn ze. De dames spot ik kort daarna. Op het laatste moment werpt Eveline haar armstukken af. Met de dames begint ze ontspannen aan de Petite Crique.

Op naar mijn post in Samrée. Google Maps, open u. Geen verbinding. Dan maar op de bordjes rijden. Een ieder die mij kent, begrijpt dat dat een uitdaging wordt. Gelukkig heb ik twee uur de tijd om mijn bestemming te bereiken.

Ik overtref mezelf wanneer ik een klein half uur later op de afgesproken plek parkeer. Om me heen zie ik meer dames die zich voor deze taak hebben laten strikken. Janneke is er een van. Samen kletsen we de tijd vol. Om me heen verzamelen zich meer soigneurs. Ik vraag me af of ik straks nog vindbaar ben. Gelukkig ben ik vergezeld van de bonte koersbak.

Een eindje verderop staat een wel heel ervaren verzorger. Hij plant zijn vlag in de bocht en gaat twintig meter verderop staan. Hij rekt en strekt alsof zijn leven ervanaf hangt. Een Vlaamse familie arriveert: vader en dochter delen tenue en porto. Dochter neemt links van mij positie en legt vijf genummerde bidons op volgorde. Ineens klinkt het door de porto: ‘Kenny komt ‘r an. Nummer vier!’ Ze grist naar de vierde fles en maakt zich klaar voor een sprint. Robs woorden – die ik de avond tevoren nog als grap had opgevat – schieten door mijn hoofd: ‘Heb je thuis niet geoefend?’

Daar komt Jerry al aan. Hij ziet me en zwaait. Ik sta klaar, met bidons in de aanslag. Als dit maar goed gaat. Hij weet zich naar mijn kant te manouvreren. Ik strek mijn armen uit. In een flits schiet een renner tussen ons door. Ik hoor gevloek en getier. Jerry blijft behendig op zijn fiets balanceren.

Al gauw volgen Onno, Robert en Ruud. De renners die ik gisteravond voor het eerst heb ontmoet, zijn in wielerkleding moeilijk te herkennen. Menigmaal zwaai ik naar de verkeerde fietser. Rood, zwart en wit blijken populaire kleuren.

Onno spot me al snel. Hij maakt een fitte indruk. En voor ik het weet, staat Robert voor mijn neus. Mijn eigen vriend heb ik compleet over het hoofd gezien. Zijn tasje is verstrengeld met dat van Ruud. Die komt enkele minuten later en moet – druipend van het zweet – de strijd opgeven. Ook Stefan moet de cyclo vroegtijdig verlaten. Andere renners voelen zich fit, eten een reepje, maken een praatje en vervolgen hun weg.

Met één bidon blijf ik achter: die van Lyke. Fleurig fietst ze op me af. Even een krentenbol, een babbeltje en daar gaat ze weer. Ik weet dan nog niet dat ze uiteindelijk als achtste vrouw zal finishen. Wat een fitheid.

Zaterdagmiddag
Het wachten is op Jorrit, die volgens mijn gegevens panne heeft. Stefans instructies waren helder: vertrek niet voor de laatste gepasseerd is. Na een half uurtje lezen in de koersbak besluit ik onze laatste man te bellen. De Whatsappgroep bestaat uit zestien nummers zonder naam. Alleen de groepsbeheerder is herkenbaar: Ruud. Als het goed is, zit die inmiddels met bier en borrelnoten op de bank. Al snel brengt Ruud me in contact met Jorrit. En met de rest van de wereld: wat ik sms, vertaalt hij in apps.

Niet veel later belt een blije Jorrit terug: ‘Er is niets aan de hand! Mijn ketting heeft kuren, dus fiets ik nu de Petite Crique met de dames.’ Gerustgesteld keer ik terug naar de start. Daar mag ik alle helden onthalen. Enkele minuten later loop ik door La Roche. De dorpskern ligt er verlaten bij. Geen spoor van de finish. Die blijkt bij het zwembad te zijn.

De koersbak zet ik weer op z’n oude vertrouwde plekje: dwars op de stoep. Met shoppers vol kleding wurm ik me door de partytent. Ik herinner me Bas’ woorden: ‘Je vindt ons bij het bier en de burgers.’ Ik zie bier, ik zie burgers, maar nog geen CSG.

Bij de finish onthaal ik als eerste de in blauw gehulde dames, vergezeld door Jorrit. Het opgetogen clubje kletst honderd uit. Een enthousiaste Marleen verliest pardoes pinpas en flappen. De mannelijke renners komen vermoeider over de finish. Robert weet zijn gouden tijd met nog elf seconden op de klok veilig te stellen. Na het onthaal gaan de Chimay, winegums en bordjes pilaf erin als zoete koek.

Zondag
Ook op zondag blijft geen fietsonderdeel onbesproken. Evelines Garmin-uurwerk is in trek. Cool Blue blijkt da bomb. Op de valreep ziet Dirk-Jan kans de schroefjes van de schoenplaatjes ter discussie te stellen. Die zijn van essentieel belang, beaamt iedereen.

En alsof de groep nog niet genoeg geleden heeft, wordt besloten tot een volgend ritje. Voor vertrek ontfermt Bas zich over een kapotte spaak, complimenteert hij Robert op zijn aluminium fiets en verzucht: ‘En dan toch zo’n tijd neerzetten…’

Dan is het tijd voor de laatste rit. Bij vertrek kijkt Kim verbaasd op wanneer ik besluit achter te blijven. De avond ervoor heeft ze me overtuigd mee te gaan. Maar met mijn hardloopschoenen vastgestrikt kies ik liever het hazenpad.

Met dit stralende weer trotseert de CSG-groep nog één keer de Belgische klimmetjes. Stefan breekt al zijn persoonlijke records. Het weekend is compleet.


Pelotonskills, hoe krijg je die?
09sep

Pelotonskills, hoe krijg je die?

Maandag 27 augustus jl. organiseerde de CSG dames-commissie een koers-clinic om de pelotonskills van de CSG dames te verbeteren. Er werd...

Clubkampioenen - de uitslagen
22jul

Clubkampioenen - de uitslagen

De clubkampioenen 2018 zijn Irene, Jelte en Pieter. Wij vonden het een superleuke dag. Volgend jaar gaan we een koers over 150 kilometer...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen

Onze sponsoren